Het is november en voor veel schrijvers betekent dit: NaNoWriMo. Het is de bedoeling om in november een boek te schrijven van 50.000 woorden. Tijdens NaNoWriMo leer je in feite om lekker door te schrijven, niet te kritisch te zijn en om écht in een schrijfflow terecht te komen.

Ik doe al sinds 2007 mee met NaNoWriMo en ik heb het… nog nooit gehaald. Ook dit jaar zal ik weer keihard falen. Het eerste weekend van november zat ik al in het buitenland en kon ik niet schrijven. Ik begon de maand dus al met een achterstand. Een achterstand die ik niet meer heb ingehaald, de afgelopen week. Sterker nog: de achterstand is nóg groter geworden.

Hoe kan het toch dat ik NaNoWriMo nooit haal? Het antwoord daarop is niet heel moeilijk: ik ben te kritisch en ik ben té druk. Ik schrijf heel erg veel, niet alleen boeken en als ik al mijn schrijfopdrachten af heb voor de dag, heb ik er geen puf voor om nog eens 1600+ woorden te schrijven voor NaNoWriMo.

Zou ik de woorden meetellen van al mijn schrijfopdrachten, dan kom ik makkelijk aan de 50.000 woorden. Alleen dat is niet voor een boek en dus vind ik dat niet eerlijk. En daarom tel ik altijd alleen de woorden die ik werkelijk voor een boek heb geschreven.

Veel mensen schrijven tijdens NaNoWriMo zonder terug te lezen. Ze verbeteren niks en als het slecht is: jammer dan. Het gaat om de schrijfflow. Ik vind dat iets moois, maar tegelijkertijd past het niet bij mij. Ik werk tijdens NaNoWriMo meestal aan boeken die werkelijk gepubliceerd worden. Ik wil geen ‘onzin’ schrijven en als iets slecht is, dan haal ik het weer weg.

Zou ik het kunnen halen? Zeker wel. Als ik geen andere opdrachten heb, moet het me makkelijk lukken. Helaas heb ik mijn schrijfopdrachten nodig, aangezien ik toch de vaste lasten moet betalen.

Ook dit jaar haar ik NaNoWriMo niet. En weet je: dat maakt niet uit. Ieder woord dat ik schrijf is weer een woord dichterbij mijn volgende boek.